Het is één van de moeilijkste dingen bij het ouder worden, dementie krijgen. Ik hoorde regelmatig dat mensen zeiden, ‘’als ik ga dementeren, dan wil ik niet meer leven, dan weet ik niet meer wat ik doe’’. Ook als een echtgenoot of echtgenote geheugenverlies gaat krijgen, en andere klachten zoals een verminderd overzicht of een veranderende persoonlijkheid, is dat pijnlijk. Het is een verlieservaring als je niet meer herkend wordt als man of vrouw. Als je niet meer op gelijk niveau kan overleggen en gesprekken voeren. Als je niet meer bij elkaar kunt wonen, of als het als een uitkomst voelt om je dementerende man of vrouw naar een dagbesteding te ‘’sturen’’. En wanneer je je daar schuldig over voelt.
Vroeger zei men, ‘’die wordt kinds’’. Nu mag je dat niet meer zeggen. Ik zou
dat ook niet willen zeggen. Al zijn er natuurlijk wel overeenkomsten tussen ‘’kindsheid’’
en dementie. Degene met dementie wordt afhankelijk, net zoals kinderen dat
zijn. Afhankelijk zijn, dat willen we niet zo graag. En we willen al helemaal
niet de touwtjes uit handen geven. Vandaar ook dat sommigen ervoor kiezen om
dan niet meer verder te willen leven. Zeker omdat de tegenstelling zo groot is,
je hebt over het algemeen in je leven altijd goed gefunctioneerd en nu opeens
niet meer. Aan de andere kant, als je de diagnose dementie krijgt, betekent dat
nog niet direct dat je niets meer kunt. Veel functies zijn nog wel intact. Op
de zorgboerderij willen we daarom zo veel mogelijk aansluiten bij wat mensen
nog wel kunnen.
Toch gaan mensen achteruit, de één sneller dan de ander. Dat is en blijft een
verlieservaring. Maar hoe we ook functioneren, met of zonder dementie, of we
willen en het doorhebben of niet, we zijn afhankelijk. Afhankelijk van Diegene Die
ons gemaakt heeft en ons (kwaliteit van) leven geeft of dat in meerdere of
mindere mate inhoudt.
Reacties
Een reactie posten